Het Loodswezen

Marco Arnout

Student-loods regio Rotterdam-Rijnmond

De dag start om 06:15 uur

"De wekker gaat. Ik had al gekeken op het planningssysteem SPIL en een leuke reis zien staan. Dus vroeg de wekker gezet en gelijk gebeld of ik mee kan op deze reis. Na een snel ontbijt heb ik de reis voorbereid. Hierbij kijk ik naar wat voor een schip het is, hoe laat ik waar moet zijn, welke stroom en wat voor een wind er staat. Het gaat in dit geval om een 190 meter lange tanker die vertrekt uit de IJsselhaven in Rotterdam met twee sleepboten. Vertrektijd staat om 08:00 uur."

07:15 uur

"Om 07:15 uur ben ik op de loodspost in de Pistoolhaven en ontmoet ik de loods met wie ik mee ga. In de taxi naar de IJsselhaven bespreek ik met hem de reis. Tevens kijk ik nog even op de AIS (een wereldwijd systeem om automatisch schepen te identificeren en te volgen) en zie dat er nog een zeeschip achterligt. Hier moeten we dus omheen. Van de loods mag ik deze reis zelf doen, uiteraard onder zijn toezicht. Eenmaal aangekomen bij het schip ‘Orange Star’ liggen er nog twee binnenvaartschepen aan de noordzijde van de haven. Dit betekent dat er zo’n 70 meter vrij blijft om door te manoeuvreren, het schip is 32 meter breed. Via de portofoon leg ik het plan uit aan de sleepboten en geef ik gelijk door dat ik als student de communicatie doe en de loods meeluistert. Het manoeuvreren en communiceren gaat goed en een half uur later zijn we achteruit de rivier opgedraaid en liggen we met de neus naar zee. Kort hierna geef ik de order dat de sleepboten los mogen en om 11:00 uur stappen we af op de jol van de loodsboot."

11:00 uur

"Op de loodsboot hebben we geen tijd om even wat te eten, want we gaan gelijk door naar de volgende reis. Gelukkig heb ik zelf altijd twee broodjes mee. De tweede reis is een bulkcarrier van net geen 100 meter lang, bestemd voor de Koningin Wilhelminahaven in Vlaardingen. Het schip heeft echter een diepgang van 6,4 meter, wat voor deze haven tegen de max aan zit. Het varen op de rivier gaat voorspoedig en we hebben de goede vloed mee. Eenmaal aangekomen bij de haven staat er ongeveer 1,5 knoop vloed. Voor de manoeuvre maak ik er een drijvertje van. Dit betekent dat je het schip als het ware laat meevoeren door de stroom en bij de havenmond de kop met de boegschroef naar binnen duwt. Op een gegeven moment moet je dan vaart maken om de haven binnen te varen. Door deze manier blijft de vaart onder controle, aangezien je geen uitloop hebt in deze haven. Het schip de ‘Estemar’ moet naar punt 637, dus zodra ik de haven in ben, heb ik de vaart uit het schip gehaald. Vervolgens een draai over stuurboord om stuurboord voor de kant te gaan. De wind is inmiddels aardig aangewakkerd en ik moet echt werken om haar tegen de kant te krijgen. Maar om 14:30 uur ligt ze veilig voor de kant en gaan de loods en ik via de snelle boot van roeiers en de taxi terug naar onze auto’s. De dag zit erop voor mij en ik ga met een goed gevoel en twee leuke en leerzame reizen het weekend in."